Gedicht van een pleegouder

De por heeft plaats voor een column. We zouden iets schrijven over de corona, wat wel kan in deze tijd, maar in plaats daarvan willen we graag onderstaand gedicht plaatsen. 

Het gedicht vonden we op Facebook, kreeg heel veel mooie reacties en na wat onderzoek bleek dit van een pleegouder van Enver te zijn. We zijn haar heel dankbaar dat we dit gedicht met iedereen mogen delen!

Ode aan de veelpleger (en ik beken!)

Het werkwoord ‘plegen’
Heeft doorgaans, aldus van Dale,
Een pittige betekenis
Het duidt op een vorm van falen
Een fraudeur pleegt fraude,
Een moordenaar een moord
En dan heb je nog niet eens over diefstal,
overspel, ontucht of bedrog gehoord
En wanneer je kiest voor vervoegen
Wordt het al niet veel beter
“Ik pleeg” “hij pleegt” “jullie plegen”
Of: “wij hebben gepleegd” nog concreter
Toch moet ik nu bekennen:
Ik doe graag aan plegen
En nee, gemakkelijk is het niet
Ik kom mezelf vaak tegen
De rechtbank zie ik regelmatig
Simpelweg omdat ik pleeg
Veroordeling is ook veelvoorkomend
Inmiddels ben ik een pleeg-strateeg
Ik pleeg tranen, woorden
Chaos en ruzie, soms vol venijn
En daarnaast pleeg ik een aanslag
Op mijn overbelaste brein
Het kost kopzorgen, inzet, onbegrip
Gesprekken, pijn, geduld; verschrikkelijk veel!
En net als je denkt: “Eureka!”
Is een golf van emoties je deel
Feitelijk ben ik een veelpleger
En dat is best wel raar
En het ergste is (ik geef het toe):
“Ja, ik ben de sigaar!”
Want ondanks ingewikkeldheden
Ruzie en loyaliteit ten spijt
Heb ik mijn hart verloren
Aan het plegen van een niet-strafbaar feit
Dus ik beken, en vertel daarbij:
Dat ik er niet mee kap
Want pleegouder zijn is (inclusief troubles)
Mijn mooie moederschap
Mocht je nu hoofdschuddend denken
“Ze is weer aan het plegen...”
Bedenk dan dat het niet strafbaar is
En besef: “Ze kan er heus tegen!”

Heléne van der Beek