Toch is daar ook steeds die ander. Diegene die wél ziet hoe jij je voelt. De ander die jou al die tijd aan het twijfelen krijgt of er wel écht wat mis is met jou… Die troostende juf op school, de moeder van je vriendje, de voetbaltrainer. Die persoon waar je stem bij overslaat als hij of zij vraagt hoe het nu echt met je gaat.
Stel je voor dat je de schrik van je leven krijgt; je moet weg van je vader of moeder en gaat met onbekenden mee. Stel je voor dat je dan direct mag bellen met diegene die ziet hoe jij je voelt. Dat je die persoon mag zien, mag appen, mag knuffelen of morgen op school kunt vertellen wat er is gebeurd.
Relatie van vertrouwen
Hechting gaat niet alleen over vaders en moeders, hechting gaat over een relatie van vertrouwen tussen een kind en een ander. En als jouw pleegkind dat vertrouwen in iemand heeft, moet hij kunnen uithuilen op die schouder. Zo snel mogelijk! Dat is waarom crisispleegzorg in principe een kind direct terug op zijn oude school wil zien, we willen dat een kind zijn oma kan bellen, dat het kind toch naar het verjaardagfeestje gaat in het weekend. De bestaande hechtingsfiguren verzachten de klap het beste, omdat zij het kind kennen en het kind hen toelaat.
Dus vraag het pleegkind eens: wie zullen we samen bellen (eventueel anononiem)?, wie zou je graag willen zien? En sta stil bij het isolement als het kind zijn of haar telefoon moet inleveren. Is er iets wat jij kunt doen om het pleegkind toegang te geven tot zijn hechtingsfiguren?